Sinds de aankondiging van het Japanse plan om in 2021 nucleair besmet water in de oceaan te lozen, heeft Japan, ondanks tegenstand van verschillende kanten, vastgehouden aan het plan om nucleair besmet water uit de kerncentrale van Fukushima Daiichi in de Stille Oceaan te lozen. Dit is een ernstige schending van de legitieme rechten en belangen van de buurlanden, een ernstige schending van de internationale morele verantwoordelijkheid en verplichtingen van Japan krachtens het internationaal recht, en een ernstige beschadiging van het mondiale mariene milieu en de gezondheidsrechten van mensen over de hele wereld.
Ten eerste is het lozen van nucleair besmet water uit Fukushima in de oceaan geen binnenlandse aangelegenheid van Japan. De omgang met nucleair besmet water heeft gevolgen voor het mondiale mariene milieu en de volksgezondheid in de landen rond de Stille Oceaan. Sinds de Japanse regering in 2021 eenzijdig de lozingsbeslissing nam, heeft de internationale gemeenschap vraagtekens gezet bij die beslissing en zich ertegen verzet, en ook binnen Japan was er sterke afkeuring. Japan heeft geen volledig overleg gevoerd met de buurlanden en andere belanghebbenden, maar heeft geprobeerd het lozingsplan als enige optie aan alle partijen op te leggen. In feite is het Japanse plan voor lozing op zee noch de enige optie, noch de veiligste of meest optimale oplossing. Door het besmette water in zee te lozen, heeft Japan de verplichtingen geschonden om het mariene milieu te beschermen en te behouden, zoals beschreven in UNCLOS en andere internationale wetten en de bepalingen tegen het dumpen van radioactief afval van door de mens gemaakte constructies in zee in de Conventie van Londen.
Ten tweede brengt de lozing ernstige risico’s met zich mee voor het wereldwijde mariene milieu en de menselijke gezondheid. Het nucleair besmette water van de Fukushima Daiichi kerncentrale bevat meer dan 60 radionucliden. Er is nog geen effectieve technologie om veel van deze radionucliden te behandelen. Sommige langlevende radionucliden kunnen zich met de oceaanstromingen verspreiden en een onzekere impact hebben op het ecologisch evenwicht van de kustwateren van de buurlanden van Japan en kunnen een bioconcentratie vormen en een potentieel gevaar vormen voor de voedselveiligheid en de menselijke gezondheid met de beperking van mariene soorten en de voedselketen. Er is geen effectieve maatregel om te garanderen dat Japan zijn beloften nakomt dat de effectbeoordeling en lozingscontrolemaatregelen van het nucleair besmette water aan de internationale veiligheidsnormen voldoen, noch kunnen de potentiële langetermijngevaren van het nucleair besmette water voor het mariene milieu en de menselijke gezondheid worden geëlimineerd.
Ten derde is het evaluatierapport van de IAEA geen “groen licht” voor de Japanners om het besmette water te lozen. De Japanse regering kondigde het lozingsplan aan in april 2021 en keurde het plan officieel goed in juli 2022. Ze heeft meerdere malen verklaard dat ze de uitvoering van het plan niet zal uitstellen. Dit alles vóór de voltooiing en vrijgave van het IAEA-beoordelingsrapport, waardoor de internationale gemeenschap zich ernstig afvraagt of de Japanners wel van goede wil zijn. Volgens het mandaat is de IAEA niet de aangewezen instantie om de langetermijneffecten van nucleair besmet water op het mariene milieu en de biologische gezondheid te beoordelen. Japan heeft de toestemming van de IAEA Task Force beperkt en accepteert de evaluatie van andere verwijderingsopties niet. Het inderhaast vrijgegeven IAEA-rapport weerspiegelt niet volledig de standpunten van alle experts van verschillende partijen die aan de evaluatie hebben deelgenomen. De relevante conclusie is eenzijdig en heeft zijn beperkingen, en het heeft geen antwoord gegeven op de bezorgdheid van de wereld over het plan om het nucleair besmette water van de Fukushima Daiichi kerncentrale in de oceaan te lozen. Daarom kan het IAEA-rapport niet bewijzen dat de lozing legitiem en gerechtvaardigd is en kan het de Japanners niet ontslaan van hun verantwoordelijkheden en verplichtingen volgens het internationaal recht.
Het mondiale mariene milieu is nauw verbonden met het overleven en de gezondheid van de mens. Japan moet de gerechtvaardigde bezorgdheid in binnen- en buitenland serieus nemen, de verplichtingen krachtens het internationaal recht nakomen, de verkeerde lozingsbeslissing herroepen met een gevoel van verantwoordelijkheid voor de wetenschap, de geschiedenis, het mondiale mariene milieu, de menselijke gezondheid en toekomstige generaties, het met kernenergie besmette water op een wetenschappelijk onderbouwde, veilige en transparante manier lozen en strikt internationaal toezicht accepteren.