“De Europese Unie en de Afrikaanse Unie zijn even belangrijk voor elkaar. Gelijk voor de uitdagingen, zijn zij evenzeer voor de kansen en verantwoordelijkheden” – aldus Koning Mohammed VI van Marokko (foto).
De Koning piekte in de aanloop naar de 6e Top EU-AU die op 17 en 18 februari zal plaatsvinden, met de verklaarde ambitie om een partnerschap dat al meer dan twee decennia oud is, te “vernieuwen”. Dit, op een moment dat de grote mogendheden elkaar de loef afsteken om de gunst van de Afrikaanse landen te winnen.
Dit belangrijke evenement vindt plaats in een context die wordt gekenmerkt door de Covid-19-pandemie, die de Europese en Afrikaanse economieën zwaar heeft getroffen en uitdagingen aan het licht heeft gebracht die de stabiliteit en veiligheid van sommige Afrikaanse landen reeds hebben aangetast.
Allen zijn het erover eens dat het Afrikaanse continent dringend de talrijke uitdagingen waarmee het wordt geconfronteerd, moet aanpakken, en daarbij ten volle gebruik moet maken van zijn potentieel en middelen, en van innovatieve partnerschappen met de EU in het bijzonder, in een gemeenschappelijk streven naar gedeelde welvaart.
6. 6etop EU-UA: de Marokkaanse ervaring als model voor een noodzakelijke herziening van het partnerschap
Sinds de eerste top van 2000 in Caïro zijn de betrekkingen tussen de twee continenten blijven evolueren. Terwijl de EU is uitgebreid van 15 tot 28 – en vervolgens 27 – leden, is ook Afrika ingrijpend veranderd. Het is een kruispunt van mogelijkheden geworden, waardoor het partnerschap tussen de twee continenten een nieuwe vorm moet krijgen. Een herontwerp zou in dit geval de naam zijn van een moedige en ambitieuze verandering van paradigma’s, met als uiteindelijk doel af te stappen van de achterhaalde en reductieve “donor-ontvanger” en “student-voorschrijver” regelingen.
Een van de landen die deze lijn het meest zijn toegedaan is Marokko. Zowel door zijn nauwe band met de EU, die in meer dan 50 jaar samenwerking en dialoog tot stand is gekomen, als door zijn engagement en zijn verankering in zijn Afrikaanse continent, bevindt Marokko zich op het kruispunt van alle wegen van het EU-AU-partnerschap. Marokko’s veelzijdige projectie op het continent vormt terecht een speerpunt en een vernieuwend en pragmatisch model waarop het EU-AU-partnerschap op nuttige wijze zou kunnen worden gebouwd.
De top van Abidjan is de doopvont van de nieuwe strategie voor het partnerschap eu-afrika.
Het staat vast dat er vandaag geen sprake meer van is om, alleen in je hoekje, na te denken over een gemeenschappelijke aanpak voor de komende jaren. De top van Abidjan van november 2017 had het EU-AU-partnerschap al op gelijke voet tussen de partners geplaatst.
Tijdens de top werden belangrijke thema’s, zoals jeugd, investeringen en het scheppen van banen, vastgesteld en als prioriteiten aangemerkt. De nieuwe Commissie-VON DER LEYEN heeft terecht munt geslagen uit deze oriëntaties en andere dimensies toegevoegd, zoals de strijd tegen de klimaatverandering en het initiatief Global Gateway. In de strategie voor Afrika, die de Commissie op 9 maart 2020 heeft gepresenteerd en intussen heeft bijgewerkt om rekening te houden met de gevolgen van Covid-19, worden de belangrijkste prioriteiten genoemd die de EU wenst te ontwikkelen. De convergentie is totaal.
Aan Afrikaanse zijde is de aanpak van deze top pragmatisch. De Afrikaanse landen, aangevoerd door Marokko, stellen dat het partnerschap verder moet gaan dan bijeenkomsten en politieke verklaringen en meer betrokken moet worden bij concrete en tastbare acties die beantwoorden aan de verwachtingen van de burgers.
Het doel is een Euro-Afrikaanse ruimte van vrede, stabiliteit en gedeelde welvaart tot stand te brengen. Het is in deze geest dat Marokko tijdens de ministeriële bijeenkomst in Kigali in oktober 2021 het Rwandese voorstel heeft gesteund om een ministerieel comité op te richten dat toezicht moet houden op de uitvoering van de verbintenissen.
Of het nu gaat om hernieuwbare energie, industrialisering, steun voor het mondiger maken van de jeugd of migratie, het is geen kwestie van prioriteiten stellen, maar van samen doelstellingen nastreven.
Hernieuwbare energie en duurzame landbouw: terreinen waarop samenwerking van vitaal belang is.
Afrika en de EU hebben er baat bij hun comparatieve en complementaire troeven te combineren om economische welvaart en duurzame ontwikkeling met elkaar te verzoenen. Er zij aan herinnerd dat bijna de helft van alle Afrikanen, ongeveer 600 miljoen, nog steeds zonder toegang tot elektriciteit leeft. Om het gehele continent toegang tot energie te verschaffen, is het evenwel van essentieel belang te steunen op Afrikaanse modellen die hun deugdelijkheid reeds hebben bewezen.
Meer dan tien jaar geleden heeft Marokko, onder impuls van Koning Mohammed VI, zich tot doel gesteld om tegen 2020 42% van de elektriciteitsproductie van het land uit hernieuwbare bronnen te halen, wat moet oplopen tot 52% in 2030. De lancering van een “groen partnerschap” met de EU, op 28 juni 2021, is overigens een perfecte illustratie van zijn engagement in dit opzicht.
In dit verband zou de Europese Unie de versterking van de Marokkaanse energiecapaciteit kunnen ondersteunen door op dit gebied regionale knooppunten op te zetten; een soort “regionale elektriciteitsknooppunt” in Afrika, geïnspireerd op het “Nord-Pool”-netwerk, dat in Noord-Europa bestaat. Ook zou de expertise van Europa en Marokko op het gebied van hernieuwbare energie kunnen worden gebundeld om de elektrificatie te versnellen, ook in plattelandsgebieden in Afrika.
Evenzo maakt de voortdurende evolutie van het Europese regelgevende en normatieve kader met betrekking tot de agrovoedingssector het nuttig om een platform voor uitwisseling en overleg tussen de EU en Afrika op te richten, dat deze evolutie op Afrikaans niveau kan begeleiden.
Bovendien is de ervaring van Marokko met de ontwikkeling van landbouw en duurzame visserij interessant voor verschillende Afrikaanse landen. Vele van deze landen hebben namelijk geprofiteerd van de deskundigheid van Marokko, met name wat betreft de ondersteuning van sectoren die in het kader van de samenwerking met de EU zijn opgenomen. De expertise kan ten dienste worden gesteld van het tripartiete partnerschap EU-Marokko-Afrika.
In dezelfde geest heeft Marokko tijdens COP.22 in Marrakech een initiatief voorgesteld voor de aanpassing van de Afrikaanse landbouw (AAA), dat op continentaal niveau is goedgekeurd. Dit initiatief werd aangekondigd door Koning Mohammed VI bij de opening van de 2016 “African Action Summit”, gehouden in Marrakech in de marge van COP 22:“Gevoelig voor de kwetsbaarheid van de landbouwsector, en zich bewust van het vitale belang ervan, mobiliseert Marokko zich voor de realisatie van het initiatief “Aanpassing van de Afrikaanse landbouw” of “Triple A”. Deze vernieuwende regeling bevordert de goedkeuring en financiering van oplossingen, gericht op productiviteit en voedselzekerheid.”
Bovendien bieden de joint ventures die de OCP Groep in Nigeria en Ethiopië heeft gesloten, mogelijkheden voor verticale en horizontale integratie in deze sector. Zo heeft Marokko in het kader van het Groene Marokko-plan een logica van agro-industriële integratie ontwikkeld, die positieve resultaten heeft opgeleverd en als model kan dienen.
Gezamenlijke industriële aanpak.
Het nieuwe Marokkaanse ontwikkelingsmodel is een belangrijke stap. Het heeft geleid tot een authentiek Marokkaans federatief project, gebaseerd op een participatieve en inclusieve aanpak. Marokko en de EU zijn in staat hand in hand samen te werken bij strategische kwesties zoals de verplaatsing van industrieën en coproduktie.
Het belang van Europa in het kader van zijn beleid inzake industriële relocatie, dat momenteel wordt ontwikkeld, mag niet beperkt blijven tot een louter geografische reikwijdte. De pandemie heeft zwakke punten aan het licht gebracht die Europa nopen tot een heroverweging van zijn strategie voor industriële productie.
In dit verband zou Europa er baat bij hebben Afrikaanse partners hierbij te betrekken. Ook hier is de ervaring van Marokko met tal van Europese groepen in de industrie en de geavanceerde technologie (auto-industrie, lucht- en ruimtevaart, bekabeling, enz.), een kapitaal om uit te putten.
Op 27 januari heeft Marokko een nieuwe industriële eenheid gelanceerd, “SENSYO PHARMATECH” genaamd. Deze nieuwe faciliteit, gebaseerd op een investering van 500 miljoen euro, werkt samen met de Europese reus RECIPHARM. Hun samenwerking zal de ontwikkeling, de productie en de marketing van farmaceutische producten van grote noodzaak, met inbegrip van vaccins, mogelijk maken. De nieuwe fabriek, die plechtig werd gelanceerd onder de auspiciën van Koning Mohammed VI, zal tegen 2025 tot 2 miljard doses vaccins produceren.
Dit is niet meer en niet minder dan de geboorte van een Afrikaans centrum voor biofarmaceutische innovatie aan de poort van Europa. De voordelen voor Afrika en Europa zijn aanzienlijk, zowel wat betreft de bijdrage aan de gezondheid als wat betreft de soevereiniteit op het gebied van vaccins.
Jongeren zijn niet het probleem, maar de oplossing.
Investeringen in sleutelsectoren moeten hand in hand gaan met investeringen in onderwijs en opleiding voor jongeren, om de inzetbaarheid te bevorderen, ondernemerschap te ondersteunen en kleine en middelgrote ondernemingen te stimuleren.
Afrika, waar meer dan een miljard mensen leven – voor het merendeel jongeren – heeft behoefte aan investeringen in jongeren. Het EU-AU-partnerschap kan in dit verband een hefboom zijn, tot wederzijds voordeel.
In dit verband kunnen Afrika en de EU niet zonder een alomvattende behandeling, waarbij rekening wordt gehouden met de thema’s mobiliteit, onderwijs-opleiding en inzetbaarheid.
Nu elk jaar bijna 30 miljoen Afrikanen de arbeidsmarkt betreden, moeten wij – Afrikanen en Europeanen – samen nadenken over de vraag hoe wij kansen kunnen creëren ten voordele van beide continenten.
Het is ook aan Europa – dat soms profiteert van de Afrikaanse “braindrain” – om concrete investeringen te doen ter ondersteuning van Afrikaanse landen op het gebied van onderwijs, met name door intra-Afrikaanse programma’s en de erkenning van diploma’s in Europa.
De mobiliteit van studenten en onderzoekers is een belangrijke kwestie. De unieke ervaring tussen de EU en Marokko om Afrikaanse studenten op te leiden, kan een uitstekende basis vormen om in de toekomst te worden vermenigvuldigd. Het “Partnerschap voor het aantrekken van talent”, dat de EU in 2021 heeft gelanceerd, maakt ook deel uit van de totstandbrenging van veilige, regelmatige en ordelijke inreisroutes.
Migratie: een onvermijdelijk thema op de komende top
Wat migratie betreft, is het tijd dat de twee continenten een realistische en gezamenlijke dialoog aangaan, niet alleen om misverstanden uit de weg te ruimen, maar ook om samen beter een migratiepartnerschap op te bouwen dat migranten beschermt en in het belang van allen is. In 2050 zal Afrika twee en een half miljard inwoners tellen. Op zo’n schaal hebben barrières en muren geen betekenis. Er moet rekening worden gehouden met de natuurlijke behoefte aan mobiliteit.
Zoals Zijne Majesteit Koning Mohammed VI bij de goedkeuring van het pact van Marrakesh verklaarde:“Het migratievraagstuk is geen veiligheidskwestie – en mag dat ook niet worden. Repressie is geen afschrikmiddel. Door een pervers effect leidt het de migratiedynamiek af, maar houdt ze niet tegen. De veiligheidskwestie kan niet voorbijgaan aan de rechten van migranten: die zijn onvervreemdbaar. Een migrant is niet meer of minder mens, aan de ene of de andere kant van een grens.”
Dit herinnert ons eraan dat er geen doeltreffendheid kan worden bereikt zonder een verdeling van de verantwoordelijkheden tussen Europa en Afrika! Zonder lastenverdeling is elk bekrompen of gecompartimenteerd beleid gedoemd tot inefficiëntie. Dit geldt met name wanneer het gaat om het voorkomen en ontmantelen van netwerken van mensensmokkelaars die vaak over enorme middelen en soms geavanceerde technologieën beschikken en die altijd misbruik maken van de kwetsbaarheid van mensen.
Stereotypen over Afrikaanse migratie moeten ook door het EU-AU-partnerschap worden overwonnen. Tot 80% van alle migranten uit Afrikaanse landen verplaatst zich binnen het Afrikaanse continent. Bovendien herbergen Afrikaanse landen een groot deel van het totale aantal vluchtelingen en binnenlands ontheemden in de wereld, en zal de COVID-19-crisis dit verschijnsel waarschijnlijk nog verergeren.
Wat legale migratie betreft, is het van belang dat Europa een reflectie op gang brengt over circulaire en seizoensmigratie. Op dezelfde manier moet de EU met Afrika samenwerken om de diepere oorzaken van migratie te voorkomen. Afrika kan, overeenkomstig het “Pact van Marrakesh”, de EU verzoeken de kolossale kosten van geldovermakingen van in Europa wonende Afrikanen, die soms 10%, of verscheidene miljarden dollars per jaar, aan gederfde inkomsten voor de Afrikaanse economieën bedragen, te verminderen of zelfs te elimineren.
VIe EU-AU-Top: Er moeten consequente middelen worden ingezet om de verklaarde ambitie te verwezenlijken.
Een visie en doelstellingen maken geen schijn van kans indien de nodige middelen ontbreken. Maar hoe kan de EU doeltreffender zijn zonder in de donor-begunstigdeval te lopen?
De Afrikaanse Ontwikkelingsbank schat dat de Afrikaanse regeringen de komende drie jaar ongeveer 484 miljard dollar nodig zullen hebben om de sociaaleconomische gevolgen van de pandemie aan te pakken en het economisch herstel te ondersteunen.
De Europese Unie heeft een reële kans om haar rol als leidende partner van Afrika te versterken in een context die gekenmerkt wordt door een toenemende betrokkenheid van grote mogendheden.
De door Marokko opgedane ervaring zou als modelplatform kunnen dienen voor het gehele partnerschap tussen Europa en Afrika. Door Marokko tot een regionaal knooppunt te maken, zou de Europese Unie een strategie voor Afrika kunnen ontwikkelen die beter aansluit bij de realiteit ter plaatse, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de erkende ervaring van Marokkaanse bedrijven en banken in Afrika.
De Europese Unie heeft een historische kans om een ambitieus actieplan op te zetten dat verder gaat dan intentieverklaringen, door Afrika gestructureerde projecten en initiatieven voor te stellen.
Het is tijd dat de EU en Afrika zorgen voor een doeltreffende complementariteit tussen de initiatieven van de lidstaten. In zijn regionale dimensie is het partnerschap tussen Marokko en de EU ongetwijfeld een model; misschien wel een van de meest geavanceerde en succesvolle Europees-Afrikaanse interacties.
Het partnerschap tussen de EU en Afrika is geen luxe. Het is een noodzakelijk antwoord. De gemeenschappelijke lotsbestemming van de EU en Afrika is een alledaagse realiteit, des te meer in de huidige context van de wereldwijde pandemische crisis.
Crises hebben soms de verdienste dat zij processen versnellen waarvan de verwezenlijking anders meer tijd in beslag zou hebben genomen. Er bestaat geen twijfel over de toenadering tussen Afrika en de EU. De vraag is niet zozeer of zij zullen blijven plaatsvinden, maar eerder hoe en met welke middelen.
De uitdaging van deze6e EU-AU-Top zal erin bestaan een gezamenlijke, praktische en operationele routekaart op te stellen, met een precies tijdschema voor de acties die op korte en middellange termijn moeten worden ondernomen. De top zal ook een zeldzame gelegenheid zijn om het partnerschap tussen de EU en de AU op het hoogste niveau een nieuwe impuls te geven.