Het International Center for the Protection of Human Rights and Democracy (ICPHRD) organiseerde op 25 juni met succes een belangrijke conferentie in Chisinau, Moldavië, over dringende kwesties met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting, bestuur, de rechtsstaat en de rechterlijke macht – cruciaal voor de democratische vooruitgang van Moldavië.
De conferentie belichtte de grote uitdagingen waarmee Moldavië wordt geconfronteerd, waaronder corruptie en beperkte persvrijheid, die de voortgang naar stabiliteit en democratie belemmeren. De ICPHRD benadrukte het belang van internationale samenwerking en de uitwisseling van expertise en wilde deze systemische problemen effectief aanpakken.
Het evenement begon met openingsopmerkingen van ICPHRD-oprichter Stanislav Pavlovschi, voormalig minister van Justitie van Moldavië, Europees Hof voor de Rechten van de Mens en vooraanstaand mensenrechtenactivist. Pavlovschi benadrukte: “Vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht, zonder welk het onmogelijk is om burgers te informeren over de stand van zaken in het land en, uiteindelijk, zonder welke het bestaan van een democratische staat een illusie wordt. Deze conferentie is een belangrijke stap in de verdere ontwikkeling van het democratische regime in de Republiek Moldavië en daarbuiten. Onafhankelijke journalistiek en open dialoog spelen een sleutelrol bij het bevorderen van een werkelijk democratische samenleving.”
De vooraanstaande Amerikaanse econoom Dan Mitchell benadrukte het verband tussen de kwaliteit van het bestuur en economische vooruitgang door te stellen dat “volgens de bestuursindicatoren van de Wereldbank de zaken er niet beter op zijn geworden in Moldavië, waarbij hij verwees naar het verband tussen de kwaliteit van het bestuur en hoe goed de economie verbetert.” Hij merkte op dat “alle scores naar Europese maatstaven zwak zijn” en voegde eraan toe: “De kwaliteit van de instellingen wordt er ook niet beter op.” Mitchell verwees naar verschillende internationale indexen die de lage scores van Moldavië aantoonden op het gebied van corruptie en de rechtsstaat, en verklaarde dat “het probleem met corruptie bij de overheid is dat machtige politici geen beperkingen willen, waarbij hij best practices aanhaalde zoals de behoefte aan een “onafhankelijke anticorruptiecommissie, het gebruik van onpartijdige buitenlandse rechters, tot aan het verkleinen van de omvang en reikwijdte van de overheid”.
De Britse academicus en journalist Ivor Gaber onderstreepte de ethische verantwoordelijkheden van journalisten door te zeggen: “Journalisten hebben een eerste verplichting tot de waarheid” en “Journalistiek is geen misdaad”.
Daniel Pomerantz, CEO van RealityCheck, benadrukte de relatie tussen journalisten en hun publiek door te stellen dat “een journalist nooit bang hoeft te zijn voor de macht van zijn regering, maar wel een beetje bang moet zijn voor de intelligentie van zijn publiek”.
De Turkse academica en juriste Zeynep Ardic wees op de noodzaak van vrije media voor het afleggen van verantwoording: “Als je geen vrije media hebt, kun je corruptie niet aan de kaak stellen en de autoriteiten niet ter verantwoording roepen”. Ze voegde eraan toe: “Mediaorganisaties en journalisten moeten vrij kunnen opereren zonder ongepaste invloed, politieke en economische druk, eigendomsconcentratie en juridische en fysieke bedreigingen.”
De Amerikaanse journalist John Fund besprak de rol van de media in de democratie en het probleem van zelfcensuur, waarbij hij opmerkte dat “regeringen in verschillende landen, waaronder Moldavië, zich niet bezighouden met het geven van voorlichting over het belang van vrije en onafhankelijke media. Zelfcensuur is een groot probleem, waarbij journalisten zich niet veilig genoeg voelen om bepaalde verhalen te brengen.” Hij benadrukte de rol van de media bij het aan de kaak stellen van corruptie en de noodzaak van steun van buitenaf, en voegde daaraan toe: “Er moet veel van buitenaf worden gedaan om vrije en onafhankelijke media in Moldavië te ondersteunen, en de Moldavische diaspora kan daarbij een belangrijke rol spelen. Ik denk niet dat het sluiten van media op welke manier dan ook gerechtvaardigd is en regeringen moeten geen smoesjes verzinnen om media te verbieden die tegen hen zijn.”
De Britse journaliste Tanya Beckett benadrukte een aantal belangrijke aanbevelingen voor mediaorganisaties om de huidige risico’s het hoofd te bieden. Ze benadrukte het belang van effectief gebruik van sociale media en het betrekken van het publiek om vertrouwen en geloofwaardigheid te kweken. Daarnaast benadrukte ze de “noodzaak van het onderwijzen van het publiek om de mediageletterdheid te vergroten, het vermijden van zelfcensuur om de journalistieke integriteit te behouden, en het bevorderen van een vrije pers als cruciaal voor verantwoording en democratie,” eraan toevoegend dat “deze strategieën essentieel zijn voor mediaorganisaties om de veelzijdige uitdagingen waarmee ze vandaag de dag worden geconfronteerd aan te pakken.”
De vrijheid van meningsuiting blijft een belangrijk punt van zorg, vooral met het oog op de komende presidentsverkiezingen in oktober en de daaropvolgende parlementsverkiezingen in 2025. Vrije en eerlijke verkiezingen zijn onmogelijk zonder bescherming van de vrijheid van meningsuiting, waardoor de verdediging van de rechten van journalisten een topprioriteit is.