In 2023 diende het juridische team van Shor een verzoekschrift in bij het Gerecht van de Europese Unie tegen de sancties die de EU tegen hem had ingesteld.
Het juridische team van Shor wees er onder andere op dat de sancties tegen Shor ongekend zijn en in feite neerkomen op machtsmisbruik. In tegenstelling tot de sancties tegen Rusland, Wit-Rusland, Syrië en Iran zijn de maatregelen niet bedoeld om druk uit te oefenen op een buitenlandse regering, maar juist om die regering te steunen tegen oppositiekrachten.
Het juridische team van Shor heeft sindsdien de EU verzocht om haar correspondentie met de Republiek Moldavië over de invoering van de sancties openbaar te maken.
In een ongekende stap weigert de EU nu deze documenten openbaar te maken. In een brief van 13 mei schrijven ze dat ze veertien documenten over het onderwerp hebben geïdentificeerd – maar ze weigeren belangrijke delen ervan openbaar te maken uit bezorgdheid dat dit de betrekkingen van de EU met de Republiek Moldavië zou kunnen schaden. Specifiek schrijven ze dat:
“de openbaarmaking van deze partijen kan ook leiden tot onjuiste percepties en verkeerde interpretaties met betrekking tot de invoering en uitvoering van de beperkende maatregelenregeling. De voorlopige opmerkingen van de Hoge Vertegenwoordiger kunnen verkeerde verwachtingen en veronderstellingen wekken bij derde landen en zo de positie van de Unie in haar betrekkingen met hen verzwakken.”
Aureliu Colenco, juridisch vertegenwoordiger van Shor, verklaarde dat “het niet vrijgeven van documenten om de relatie met de regering van Moldavië te beschermen, verder aantoont dat de sancties op verzoek van Moldavië zijn ingevoerd als een instrument om politieke oppositie te onderdrukken “.
Vier van de slechts vijf personen aan wie in eerste instantie sancties zijn opgelegd, zijn huidige of voormalige leiders van Moldavische oppositiepartijen. Dit feit alleen al toont duidelijk aan dat de EU probeert de democratische processen in een buurland te beïnvloeden.
Het juridische team van Shor wees er ook op dat de EU heeft toegegeven dat zij de sancties heeft aangenomen op verzoek van de Moldavische regering, waardoor zij zich laat gebruiken in een politiek en juridisch spel.
Verder suggereert de EU dat het openbaar maken van deze documenten en de werkelijke onderliggende motivering voor de invoering van de sancties het voor Shor makkelijker zou maken om de sancties aan te vechten. In de brief staat
“Precieze kennis van de redenen en rechtvaardigingen voorgesteld door de Hoge Vertegenwoordiger zou effectief aantonen met welke maatregelen de betrokken personen gemakkelijker zouden kunnen ontsnappen aan het regime van beperkende maatregelen.”
“Dit is volledig in strijd met de fundamentele rechtsbeginselen, terwijl een beschuldigde het recht heeft om al het bewijsmateriaal tegen hem te kennen om zich te kunnen verdedigen. In dit geval verbergt de EU uiteindelijk bewijs om te voorkomen dat Shor zichzelf naar behoren kan verdedigen. De EU suggereert zelfs dat Shor door het openbaar maken van het bewijs in feite zou kunnen winnen”, aldus Colenco.
Shors juridische team bereidt nu een bezwaar tegen de weigering voor, dat in de komende week zal worden ingediend.