De EU-ministers van Buitenlandse Zaken hebben een informele videoconferentie gehouden om de laatste ontwikkelingen in het Midden-Oosten te bespreken in het licht van de recente aanval met drones en raketten tegen Israël vanuit Iran, schrijft politiek redacteur Nick Powell.
Na de videoconferentie benadrukte Josep Borrell, Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, dat de informele ministeriële discussie de eenheid van de EU liet zien in haar sterke veroordeling van de Iraanse aanval, haar betrokkenheid bij de veiligheid van Israël, haar bereidheid om verdere escalatie te voorkomen en in de oproep aan alle partijen om zich terughoudend op te stellen.
De Hoge Vertegenwoordiger zei dat hij dezelfde woorden wilde gebruiken die de secretaris-generaal van de Verenigde Naties had gebruikt, namelijk dat “de regio aan de rand van een afgrond staat en dat we ons daarvan moeten verwijderen”. De heer Borrell voegde eraan toe dat de ministers een krachtig standpunt hadden ingenomen en alle actoren in de regio hadden gevraagd zich van de afgrond te verwijderen om er niet in te vallen.
Hij bevestigde dat de werkzaamheden in de komende weken gericht zullen zijn op het vergroten van de outreach van de EU met alle belangrijke partners in de regio en daarbuiten, en op beperkende maatregelen. Dit kan inhouden dat de reikwijdte van de bestaande regeling tegen de militaire steun van Iran aan de oorlog van Rusland tegen Oekraïne wordt uitgebreid. Dat is een reactie op de levering van Iraanse drones aan Rusland en kan worden uitgebreid naar de levering van drones aan Iraanse gevolmachtigden in het Midden-Oosten. Toekomstige leveringen van Iraanse raketten aan Rusland zouden er ook onder kunnen vallen, hoewel men denkt dat er tot nu toe nog geen zijn verstuurd.
Wat betreft de roep om EU-maatregelen tegen de Iraanse Revolutionaire Garde, door deze tot terroristische organisatie te verklaren, zouden de volgende stappen van de EU-lidstaten moeten komen. Hun nationale autoriteiten zouden bewijs moeten leveren van terroristische activiteiten.
“Laten we Gaza niet vergeten”, voegde Josep Borrell eraan toe, erop wijzend dat er geen duurzame vrede in de regio kan worden opgebouwd als het Israëlisch-Palestijnse conflict niet wordt opgelost. Daarom zei hij dat de EU moet blijven werken aan een onmiddellijk en duurzaam staakt-het-vuren, de vrijlating van gijzelaars door Hamas en het aanpakken van de rampzalige humanitaire situatie in Gaza.
Hij merkte op dat als Israël van Gaza een plaats had willen maken waar menselijk leven onmogelijk was, ze daar in het noorden van het gebied in geslaagd waren. Dus hij zag niet in hoe 1,7 miljoen mensen die nu allemaal in het zuiden wonen, verteld kon worden dat ze daarheen moesten gaan.
Hij is nu naar de conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken van de G7 in Italië, maar hij verwacht dat de crisis in het Midden-Oosten maandag opnieuw zal worden besproken tijdens een lang geplande vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van de EU. Het is zelfs zeker dat een dergelijke discussie zal worden gevoerd tijdens de bijeenkomst met de leden van de Samenwerkingsraad van de Golf. Het is ook zeker dat de crisis voor die tijd opnieuw zal worden besproken, wanneer de regeringsleiders bijeenkomen voor een Europese Raad.