Connect with us

Hi, what are you looking for?

Europeese Unie

Balanceren: Hoge beleidsdoelen, maar investeringen moeten in lijn zijn met ambities

De afgelopen week zijn er op Europees niveau veel beleidsontwikkelingen geweest die duiden op vooruitgang in de richting van Green Deal-doelstellingen. Op 6 februari onthulde de Europese Commissie haar koolstofemissiereductiedoelstelling voor 2040, gericht op een reductie van 90% van de netto broeikasgasemissies in 2040 ten opzichte van 1990 schrijft de European Energy Research Alliance.

De Commissie lanceerde ook een mededeling over industrieel koolstofbeheer, waarin de oprichting van een interne markt voor CO2 in Europa wordt besproken en voorbereidend werk wordt aangekondigd voor een mogelijk toekomstig regelgevingspakket voor CO2-transport en -opslag, waarin wordt aangedrongen op investeringen, financiering en een impuls voor onderzoek en innovatie (O&I) in CCUS-technologieën. Vorige week bereikten de Raad van de EU en het Europees Parlement ook een voorlopig akkoord over de Net Zero Industry Act (NZIA) en behielden ze de niet-bindende doelstelling om tegen 2030 40% van de in Europa gebruikte schone technologieën in eigen land te produceren. Hiermee, en in lijn met wat verschillende waarnemers stellen, zien we een merkbare verschuiving in de richting van industrieel beleid en de praktische uitvoering ervan.

Hoewel de onderzoeksgemeenschap op het gebied van schone energie blij is met de nieuwe beleidsinitiatieven die de klimaatdoelstellingen herbevestigen en ondersteunen, spreekt zij tegelijkertijd haar bezorgdheid uit over specifieke beleidsrichtingen die de ambitieuze doelstellingen die aan deze dossiers ten grondslag liggen, niet lijken te ondersteunen. Om te beginnen bereikten het Europees Parlement en de Raad van de EU vorige week een akkoord over het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) als onderdeel van de herziening van het meerjarig financieel kader (MFK). In dit stadium, en in tegenstelling tot het oorspronkelijke voorstel dat bedoeld was om middelen te mobiliseren voor de hele waardeketen van kritieke technologieën via, onder andere, Horizon Europe, zal de uiteindelijke overeenkomst alleen ten goede komen aan het Europees Defensiefonds (EOF) met een extra 1,5 miljard euro.

Tegen deze achtergrond wordt het duidelijk dat ondanks de kritieke behoefte aan meer O&I-investeringen in schone technologieën voor het succes van de progressieve emissiereductiedoelstellingen en de NZIA, de laatste ontwikkelingen hiervoor geen nieuwe financiering introduceren. Dit komt nog bovenop de laatste bezuinigingen van 2,1 miljard euro op Horizon Europe, in schril contrast met de recente evaluatie van Horizon 2020, waarin werd geconcludeerd dat er niet genoeg was voor 159 miljard euro om alle voorstellen van hoge kwaliteit te financieren. Het wordt steeds waarschijnlijker dat de ambities van Europa hun doel voorbij schieten.

Advertisement

Terwijl we het ingewikkelde terrein naar de uitvoering van de Green Deal navigeren te midden van een turbulent geopolitiek landschap en politieke meningsverschillen, wordt het steeds duidelijker dat zonder een aanzienlijke stimulans in O&I-financiering, Europa’s prijzenswaardige klimaatdoelstellingen, die cruciaal zijn voor de ondersteuning van het verbeterde concurrentievermogen van het continent en de versterking van zijn strategische autonomie, ongrijpbaar zouden kunnen blijven. Dit is een kritiek moment, nu belanghebbenden op onderzoeksgebied zich opmaken voor besprekingen over Kaderprogramma 10, de opvolger van Horizon Europa die in 2028 van start gaat. Maar de recente ontwikkelingen werpen een schaduw en laten meer ruimte voor bezorgdheid dan voor optimisme over de toekomst van de onderzoeksfinanciering in Europa.

De behoefte aan meer investeringen in onderzoek en innovatie om de innovatie en het concurrentievermogen van Europa te stimuleren is goed gedocumenteerd en wordt ondersteund door verschillende studies en rapporten. Het verslag van de Europese Commissie “Science, Research and Innovation Performance of the EU 2022” (SRIP) benadrukte de essentiële rol van O&I bij het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen en het stimuleren van economische groei. Huidige cijfers uit de recente Horizon 2020-evaluatie, volgens welke de 76,5 miljard euro die voor het programma is bestemd tegen 2040 naar verwachting ongeveer 429 miljard euro zal bijdragen aan de economie van de EU, illustreren deze stelling nog eens extra. Concreet betekent dit dat elke uitgegeven euro vijf euro voordeel oplevert voor elke Europese burger. Dit komt bovenop alle maatschappelijke voordelen, waarvan de monetarisering een aanzienlijke uitdaging vormt vanwege hun multidimensionale aard.

Het is echter al bekend dat er een hardnekkige kloof blijft bestaan ten opzichte van mondiale tegenhangers. Volgens de laatste cijfers bedroegen de O&I-uitgaven in de EU in 2021 2,3% van het bbp*, ver verwijderd van het overeengekomen streefcijfer van 3% en, ter vergelijking, van de 3,45% die de Verenigde Staten uitgaven, terwijl het aandeel van de EU in de wereldwijde O&I-uitgaven is gedaald. In deze context kan men zich afvragen of KP10 nog dichter in de buurt zal komen van de oproep van verschillende Europarlementariërs aan de Commissie om een budget van minstens 200 miljard euro voor te stellen of van het verzoek van de European Research Council, die minstens het dubbele van het budget van Horizon Europe (180 miljard euro) eist.

De EU heeft dringend behoefte aan een O&I-budget dat de ambities weerspiegelt die zij uitspreekt om koploper te zijn in de schone energierevolutie en dat haar in staat zal stellen om baanbrekende oplossingen en technologieën te ontwikkelen en op te schalen die nodig zijn om onze doelstellingen op het gebied van decarbonisatie en klimaatneutraliteitte behalen. Bovendien is het van cruciaal belang om de financiering van het programma veilig te stellen door het vrij te stellen van jaarlijkse debatten tijdens de MFK-besprekingen en te voorkomen dat herverdelingen tussen verschillende programmaonderdelen de verwezenlijking van de doelstellingen in gevaar brengen in termen van maatschappelijke en economische impact.

Ambities moeten adequaat worden onderbouwd door robuuste investeringen op de terreinen waarop de doelstellingen zijn vastgesteld. Alleen dan kan Europa verwachten op één lijn te komen met de trajecten die het in staat zullen stellen te voldoen aan de hoge verwachtingen die aan zijn toekomst worden gesteld.

* Bruto binnenlandse uitgaven aan O&O worden gedefinieerd als de totale uitgaven (stroom en kapitaal) aan O&O uitgevoerd door alle ingezeten bedrijven, onderzoeksinstituten, universiteits- en overheidslaboratoria, enz. in een land.

Comments

You May Also Like

Europeese Unie

Bulgarije bevindt zich in een ongekende parlementaire crisis. Een wereldrecord (zeker een nationaal record) werd gevestigd nadat in één jaar (2021) in totaal vier...

Wereld

Wij zijn een coalitie van meer dan 250 wereldwijde maatschappelijke organisaties die Tibetanen, Oeigoeren, Hongkongers, Chinezen, Zuid-Mongoliërs, Taiwanezen en andere getroffen en bezorgde gemeenschappen...

Wereld

Prinses Camilla van Bourbon-Sicilië heeft geld op de rekening gestort om de boete van £ 2 miljoen te betalen die door een rechtbank in...

Business

Als een man bekend is door het gezelschap dat hij leidt, wat moeten we dan denken van de vele mannen en vrouwen in Londen...