Op nieuwjaarsdag treedt Kroatië toe tot zowel de Europese eenheidsmunt als de (meestal) paspoortvrije reiszone, het Schengengebied. Dit zijn mijlpalen voor de nieuwste lidstaat van de EU, bereikt in iets minder dan tien jaar sinds de toetreding tot de Europese Unie, schrijft politiek redacteur Nick Powell.
Het is een verhaal dat alle pro-Europese harten zou moeten verwarmen, misschien wel het meest in Oekraïne. Minder dan 30 jaar na het winnen van een bittere oorlog om zijn onafhankelijkheid veilig te stellen en veroverd grondgebied terug te winnen van een schijnbaar machtiger buurland, is Kroatië een volwaardig lid van de EU-club geworden, met zijn toelating tot zowel de eurozone als het Schengengebied.
Afgezien van de symboliek heeft toetreding tot de euro praktische voordelen voor een klein land. Het betekent dat het in zijn eigen valuta kan lenen, veilig voor wisselkoersschommelingen. Het wegvallen van dat specifieke risico maakt een land ook aantrekkelijker voor investeerders van elders in de eurozone.
De voordelen van het Schengengebied ten volle benutten zou wel eens moeilijker kunnen blijken. De controles op luchthavens zullen pas op 26 maart worden opgeheven, omdat de dienstregeling van de luchtvaartmaatschappijen moet worden aangepast. Kroatië zal echter onmiddellijk de controleposten aan zijn 73 grensovergangen met Hongarije en Slovenië opheffen.
De test zal zijn hoe volledig en hoe lang deze twee landen op hun beurt zullen reageren. Beide zijn bezorgd over ongecontroleerde migratie via de Balkan en hun andere buurland, Oostenrijk, is nog steeds bereid grenscontroles op te leggen als reactie op dat waargenomen risico.
Veel zal afhangen van de doeltreffendheid van de grenscontroles aan het Kroatische deel van de buitengrens van de EU, die zich over 1300 kilometer uitstrekt. Maar aan harde maatregelen hangt een politieke prijskaartje: Bosnië, Servië en Montenegro, allemaal landen met eigen Europese aspiraties, dreigen van de EU te worden vervreemd.
Natuurlijk is de weg naar Europese integratie nooit rechtlijnig. Kroatië treedt eerder toe tot Schengen dan Bulgarije en Roemenië, de twee landen die eerder tot de EU toetraden. Verschillende andere lidstaten zijn nog niet klaar, of nog niet bereid, om toe te treden tot de euro. Toch viert de Europese Commissie dat de eenheidsmunt nu zijn twintigste lid heeft en dat het Schengengebied voor het eerst in elf jaar is uitgebreid.
“De uitbreiding van Schengen maakt ons sterker en Kroatië kan nu bijdragen aan een welvarender en veerkrachtiger Schengengebied”, verklaarde voorzitter Ursula von der Leyen zonder enige twijfel. Wat de toetreding tot de euro betreft, concentreerde zij zich meer op de symboliek. “Dit is een belangrijke prestatie voor Kroatië, een symbool van zijn diepgewortelde gehechtheid aan de EU en een symbolisch moment voor de eurozone als geheel”, voegde ze eraan toe.
1 januari markeert ook een ander symbolisch moment, namelijk de vijftigste verjaardag van de eerste uitbreiding van de toenmalige Europese Economische Gemeenschap met zes leden. Van de drie die in 1973 toetraden, maakt alleen Denemarken deel uit van het Schengengebied, hoewel het in de praktijk nog vaak paspoortcontroles aan zijn grenzen uitvoert. Denemarken kan voor onbepaalde tijd niet deelnemen aan de gemeenschappelijke munt, maar heeft de kroon gekoppeld aan de euro.
Ierland maakt vast deel uit van de eurozone, maar heeft zijn eigen opt-out voor onbepaalde tijd voor Schengen, omdat het liever zijn gemeenschappelijk reisgebied met het Verenigd Koninkrijk behoudt. Het Verenigd Koninkrijk had een opt-out voor onbepaalde tijd voor zowel Schengen als de euro voordat het volledig uit de EU stapte.